Een groenestroomcertificaat is een immaterieel goed dat aantoont dat een producent een aangegeven hoeveelheid groene stroom heeft opgewekt binnen een bepaalde tijdsduur.

Toekenning

De CREG kent groenestroomcertificaten toe aan producenten die beschikken over een domeinconcessie (voor hernieuwbare elektriciteit opgewekt in het Belgische zeegebied) en een certificaat van oorsprongsgarantie geleverd door een keuringsinstelling (AIB-Vinçotte Belgium, SGS Statutory Services Belgium).

De echtheid van de groenestroomcertificaten wordt gewaarborgd door de registratie in een databank groenestroomcertificaten gecentraliseerd en beheerd door de CREG. Deze databank verzamelt de toegekende groenestroomcertificaten evenals de erin opgenomen gegevens.

Aankoop

De transmissienetbeheerder (Elia) is, in het kader van zijn taak van openbare dienstverlening, verplicht van de groenestroomproducent die daarom verzoekt de groenestroomcertificaten die hem werden afgeleverd te kopen tegen een minimumprijs.

Voor de drie eerst gebouwde windmolenparken (Belwind, C-Power en Northwind) is deze minimumprijs vastgelegd op 107 euro/MWh voor de productie uit de eerste 216 MW geïnstalleerde capaciteit en op 90 euro/MWh voor de productie uit een geïnstalleerde capaciteit boven de eerste 216 MW. De minimumprijs bedraagt voor het windmolenpark van Nobelwind (afsplitsing van de initiële Belwind-domeinconcessie) 107 euro/MWh voor de eerste 45 MW geïnstalleerde capaciteit (Belwind heeft immers 171 MW geïnstalleerd) en 90 euro voor de overige 120 MW. De aankoopverplichting geldt voor 20 jaar voor deze 4 windmolenparken.

Voor de vijf andere windmolenparken (Rentel, Norther, Mermaid, Seastar en Northwester 2) is de minimumprijs per groenestroomcertificaat afhankelijk van de elektriciteitsprijs. De minimumprijs wordt door de CREG vastgelegd overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 (art. 14, § 1, 1°ter en 1°quater). De aankoopverplichting geldt voor 19 jaar voor de windmolenparken Rentel en Norther en voor 17 jaar voor de windmolenparken Mermaid, Seastar en Northwester 2.

De aankoopverplichting van groenestroomcertificaten voor elektriciteit geproduceerd via offshore windenergie maakt het voorwerp uit van een contract tussen de domeinconcessiehouder en Elia. De CREG neemt een beslissing over het voorstel van contract voorgelegd door Elia.

Toeslag offshore

De toeslag offshore is een tarief voor openbare dienstverplichtingen voor de financiering van groenestroomcertificaten (federaal).

De toeslag offshore wordt jaarlijks bepaald op voorstel van de CREG op basis van artikel 14ter, § 2 van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 en vastgelegd in een ministerieel besluit.

In de toeslag offshore worden alle kosten gerecupereerd die de netbeheerder heeft in kader van zijn taak van openbare dienstverlening. De netbeheerder koopt alle groenestroomcertificaten op die aangeboden worden aan de minimumprijzen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 16 juli 2002.

Voor 2021 bedraagt de toeslag offshore 11,6852 €/MWh, zoals bepaald in het Ministerieel besluit van 9 december 2020 tot het vastleggen van de toeslag die door de netbeheerder dient te worden toegepast ter compensatie van de reële nettokost voorvloeiend uit de verplichting tot aankoop en verkoop van groenestroomcertificaten in 2021.

Degressiviteit

Wanneer op een verbruikslocatie voor professioneel gebruik een hoeveelheid van meer dan 20 MWh/jaar wordt geleverd, zal de offshore toeslag voor die eindafnemers, op basis van hun jaarlijks verbruik, als volgt door de leveranciers en de houders van een toegangscontract verminderd worden:

  1. voor de verbruiksschijf tussen 20 MWh/jaar en 50 MWh/jaar: met 15 %
  2. voor de verbruiksschijf tussen 50 MWh/jaar en 1.000 MWh/jaar: met 20 %
  3. voor de verbruiksschijf tussen 1.000 MWh/jaar en 25.000 MWh/jaar : met 25 %
  4. voor de verbruiksschijf meer dan 25.000 MWh/jaar: met 45 %.

Plafond

Per verbruikslocatie en per jaar bedraagt de gefactureerde offshore toeslag maximum 250.000 euro.

Het degressiviteitsmechanisme en het plafond zijn evenwel onderworpen aan bepaalde voorwaarden in het kader van een sectorakkoord of convenant.

Overzicht minimumprijs per productiemaand

De CREG kent maandelijks de groenestroomcertificaten toe voor de geproduceerde energie. De waarde van een certificaat of minimumprijs wordt bepaald conform artikel 14, §1 van het koninklijk besluit van 16 juli 2002.

De tabel hierna geeft de waarde van een certificaat (EUR/MWh) weer per productiemaand en per offshore park.

Minimumprijs per groenestroomcertificaat voor de productie van de laatste 12 maanden
EUR/MWh C-Power Belwind Northwind Nobelwind Rentel Norther NW2 Seastar Mermaid
03/2023 107-91 107 107 107-91 0 0 0 0 0
04/2023 107-91 107 107 107-91 0 0 0 0 0
05/2023 107-91 107 107 107-91 0 0 0 0 0
06/2023 107-91 107 107 107-91 -77,09 -73,56 -122,56 -110,74 -103,51
07/2023 107-91 107 107 107-91 -76,00 -72,99 -122,25 -109,83 -102,92
08/2023 107-91 107 107 107-91 -76,64 -73,26 -122,36 -110,26 -103,18
09/2023 107-91 107 107 107-91 -76,85 -72,99 -123,43 -110,53 -103,56
10/2023 107-91 107 107 107-91 -29,97 -72,46 -80,59 -109,29 -102,62
11/2023 107-91 107 107 107-91 -29,62 -72,01 -80,48 -109,04 -102,41
12/2023 107-91 107 107 107-91 -29,54 -25,42 -80,39 -80,44 -73,72
01/2024 107-90 107 107 107-90 70,54 69,54 23,54 24,35 27,78
02/2024 107-90 107 107 107-90 86,75 85,45 40,39 40,54 43,88

More informations