Samenvatting

Om de transparantie te bevorderen, publiceert de CREG een nota over de berekening van de sociale tarieven en van de referentie-energiecomponenten die in het 1ste  kwartaal 2023 van toepassing zijn.

De tarieven excl. btw stijgen gemiddeld met 7,8 % voor elektriciteit en met 9,7 % voor aardgas ten gevolge van de plafonneringen. Zonder deze plafonneringen waren de tarievenstijgingen gemiddeld 39 % voor elektriciteit en 301 % voor aardgas.

De referentie-energiecomponenten elektriciteit en aardgas worden voor de achtste keer berekend op basis van de regels bepaald in het koninklijk besluit van 5 maart 2021 tot wijziging van de koninklijke besluiten van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteits- en aardgasbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan.

Bovendien is de levering van warmte sinds 1 juli 2022 aan een maximumprijs gebonden. De nota omvat derhalve de berekening van het sociale warmtetarief en de referentie-energiecomponent warmte die in het 1ste kwartaal van 2023 van toepassing zijn. Deze twee tarieven zijn evenredig aan deze van aardgas wat de variabele term betreft.

Download het document (pdf, 699.23 kB)

Datum van goedkeuring

Referentie

Nota (Z)2494

Thema's