Samenvatting

Deze studie analyseert de evolutie van de elektriciteits- en aardgasprijzen op de groothandelsmarkten tot en met de maand september 2021. De studie toont aan dat de prijzen historisch hoge niveaus behalen op alle groothandelsmarkten (termijn- en spotmarkten, aardgas en elektriciteit). Op de spotmarkt voor aardgas overschrijdt het niveau zelfs ruimschoots het historisch hoogste niveau van 2007-2008 voor de financiële crisis.

Er zijn verschillende oorzaken voor de actuele stijging van de elektriciteits- en aardgasprijzen.

Op de aardgasmarkt zijn de toename van de economische activiteit in China, de stijging van de CO2-prijs die de vraag naar aardgas voor het opwekken van elektriciteit vergroot, opslagniveaus onder seizoensnormen en een vermindering van het aanbod van aardgas via de aardgaspijplijn (vanuit Rusland hoofdzakelijk, maar ook in mindere mate vanuit Noorwegen) de belangrijkste factoren die de stijging van de prijzen verklaren. Op middellange termijn zouden bepaalde structurele factoren bovendien een blijvende invloed kunnen hebben op de aardgasprijzen. De vraag naar aardgas zal dus wellicht niet afnemen, maar eerder toenemen in een context waarin de Europese reserves afnemen en Europa meer afhankelijk maken van de Russische export van aardgas en LNG-bevoorrading.

Op de elektriciteitsmarkt zijn het voornamelijk de prijsstijgingen van aardgas en steenkool die de actuele verhoging van de prijzen verklaren en, in mindere mate, de stijging van de prijs per ton CO2. De prijs van CO2 blijft echter stijgen en zal een structurele factor blijven bij de stijging van de elektriciteitsprijzen op middellange termijn.

Deze prijsstijgingen op de groothandelsmarkten zijn niet typisch voor België, integendeel, ook onze buurlanden zijn betrokken. De prijsstijgingen hebben daarentegen een verschillende weerslag op de facturen van de eindverbruikers naargelang het land.

In België is de impact op de residentiële markt verschillend in functie van het contract dat de gezinnen met hun leverancier hebben afgesloten. 68 % van de Belgische gezinnen hebben een vast contract voor elektriciteit en 64 % voor aardgas. Voor de professionele klanten zijn de cijfers van dezelfde grootteorde. De verbruikers die een contract tegen vaste prijs met een lange looptijd hebben afgesloten voor het tweede trimester van 2021 ondervinden niets zolang hun contract niet afloopt. Maar voor de andere verbruikers is de stijging consequent. Op basis van de gemiddelde prijzen van de maand september 2021 en rekening houdend met het feit dat deze onveranderd blijven in het vierde trimester van 2021 en het eerste trimester van 2022 heeft de CREG de impact geraamd op € 116 op de jaarfactuur elektriciteit (3.500 kWh/jaar) en op € 598 op de jaarfactuur aardgas (voor een verbruik van 23.260 kWh/jaar). Op basis van de termijnprijzen voor het vierde trimester van 2021 en het eerste trimester van 2022 zouden deze bedragen nog hoger kunnen liggen.

Dankzij het systeem van de plafonnering heeft de prijsstijging minder invloed op de begunstigden van het sociaal tarief. In de maand september 2021 betalen de begunstigden van het sociaal tarief hun aardgas 67 % goedkoper dan de gemiddelde prijs die aan niet-beschermde klanten wordt aangeboden en blijft hij onder het niveau van voor de Covid-crisis. Evenzo betalen de begunstigden van het sociaal tarief in de maand september 2021 hun elektriciteit 29 % goedkoper dan de gemiddelde prijs aangeboden aan verbruikers die niet van het sociaal tarief genieten, maar sinds het eerste trimester van 2021 overschrijdt het wel het niveau van voor de crisis.

De studie onderzoekt ook de problemen waarmee de leveranciers geconfronteerd kunnen worden in de huidige context van prijsstijgingen op de energiemarkten. Ze formuleert eveneens bepaalde pistes ter bevordering van de concurrentie tussen leveranciers ten gunste van de eindverbruikers.

Tenslotte herneemt de studie de belangrijkste maatregelen die in de Europese landen werden ingevoerd in het kader van de sterke prijsstijgingen. Op basis hiervan maar ook op basis van de belangrijkste maatregelen die in België worden besproken, analyseert de studie verschillende pistes ter bescherming van de verbruikers, vooral de meest kwetsbare. Zij onderzoekt voor elk van hen de belangrijkste voor- en nadelen. De CREG stelt bovendien vast dat bepaalde maatregelen beter geschikt zijn voor het inspelen op problemen van verbruikers dan andere. Voor meer informatie over dit onderwerp verwijst de CREG de lezer naar hoofdstuk 5 van de studie.

Download het document (pdf, 4.66 MB)

Datum van goedkeuring

Referentie

Studie (F)2289