Samenvatting

De studie maakt een analyse van de leveringscontracten voor elektriciteit en van het afnamegedrag van grote Belgische industriële klanten. Omdat de beschikbare gegevens verschillend zijn, hanteren de analyses verschillende definities van het begrip “grote industriële klant”. Bij de analyse van leveringscontracten wordt elke klant met een gefactureerde consumptie van minstens 10 GWh/jaar aangeduid als “grote industriële klant” (inclusief de bedrijven die aangesloten zijn op distributieniveau). Bij de analyse van het afnamegedrag wordt elke klant aangesloten op het Elia-transmissienet als “grote industriële klant” beschouwd (inclusief de klanten waarvan de gefactureerde consumptie lager is dan 10 GWh/jaar).

Hoewel contracten met een looptijd van twee jaar nog steeds het meest voorkomende type leveringscontract zijn, is er een toename van het aantal contracten met een looptijd van een jaar en dit ten koste van contracten met een looptijd van drie jaar, die minder populair worden. Bovendien blijkt het verlengen van bepaalde contracten succesvol bij bepaalde leveranciers.

Globaal gezien stijgt de gefactureerde energieprijs sinds 2017, waarbij 50% van de mediane klanten in 2021 een prijs betaalt tussen 60 €/MWh en 90 €/Wh. Hoewel deze “clicks” slechts betrekking hadden op 13 % van de in 2021 geleverde volumes zijn het de “clicks” op de noteringen van de Quarterly-, Monthly- en Day-Aheadcontracten die de sterke stijging van de energieprijs tussen 2020 en 2021 bij een significant deel van de grote industriële verbruikers verklaren.

De aanzienlijke stijging van het marktaandeel van Electrabel in 2020 en 2021 tot 62 % van de geleverde volumes contrasteert met de tendens die sinds het begin van de liberalisering wordt waargenomen: terwijl het marktaandeel van de groep Electrabel - op basis van het totale gefactureerde verbruik - van 2002 (98,4%) tot 2019 (50,7%) bijna ononderbroken gedaald is, is deze daling sterk versneld tussen 2010 (toen het nog 85,5% bedroeg) en 2016, en daarna gestabiliseerd tot en met 2019.
Gedurende de eerste jaren van de liberalisering, was de daling van de marktaandelen van Electrabel vooral voordelig voor de groepen Luminus, Uniper en RWE.

Tussen 2010 en 2016 kan de sterke daling van het marktaandeel van Electrabel enerzijds verklaard worden door de opkomst en groei van andere leveranciers anderzijds hebben een aantal industriële klanten hun eigen beleveringsactiviteiten ontwikkeld. Sinds 2016 zijn het, naast de stijging van de marktaandelen van de groep Electrabel (+10 %) die voornamelijk tussen 2019 en 2021 plaatsvond, vooral de groepen Luminus (+5 %) en Total (+2,5 %) die marktaandeel hebben gewonnen ten koste van Axpo (-8,5 %), de groep RWE (-4,5 %) en de groep Uniper (-4 %), die haar activiteiten in België op 1 januari 2020 definitief heeft stopgezet.

De jaarlijkse elektriciteitsafname stijgt naar 17,9 TWh in 2021. Die stijging doet zich in bijna alle sectoren voor. De maakindustrie vertegenwoordigt ongeveer 80 % van de elektriciteitsafname van grote industriële klanten. De spreiding tussen de minimale en maximale dagelijkse afname blijft stabiel ten opzichte van 2020. De afgenomen basislast bij de industriële afnemers daalde in 2021 tot 62%. Ter vergelijking: de basislast van de totale afname op het net van Elia is lager (54 %).

Tot slot veranderden 9 afnemers (72 toegangspunten) van leverancier in 2021. De belevering van industriële afnemers wordt in meer detail onderzocht door de energie-uitwisselingen tussen ARP’s in kaart te brengen. De situatie in 2021 wordt vergeleken met die in 2020. De verhouding tussen energievolumes aangekocht op korte- of langetermijnmarkten ten opzichte van bilateraal verhandelde volumes bleef grotendeels stabiel tussen 2021 en 2020.

Download het document (pdf, 3.23 MB)

Datum van goedkeuring

Referentie

Studie (F)2443