Samenvatting

In het kader van haar bevoegdheid op het vlak van de eindprijs voor elektriciteit en aardgas heeft de CREG aan PwC de opdracht gegeven een studie te maken rond de vergelijking van de prijzen voor residentiële klanten en kleine professionele verbruikers tussen de drie Belgische regio’s en vier buurlanden (Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk). De studie (studie in het Engels, samenvatting in het Nederlands) baseert zich op de gegevens van februari 2018 en behandelt de verschillende componenten van de factuur.

De belangrijkste conclusies zijn:

  • Huishoudens en kleine professionele klanten in België hebben een hoge elektriciteitsfactuur. Dit kan gedeeltelijk worden verklaard door de netwerkkosten maar vooral door de belastingen, heffingen en certificaatverplichtingen. België is het tweede duurste land voor wat betreft elektriciteit voor beide profielen in deze studie (na Duitsland). Gemiddeld liggen prijzen 22% hoger dan het gemiddelde in de ons omringende landen. Daarentegen hebben gezinnen en kleine professionele verbruikers een relatief lage factuur voor aardgas. België staat op de tweede goedkoopste plaats voor beide profielen in de ranking van de vijf landen (het Verenigd Koninkrijk is nog goedkoper). De aardgasprijzen in België liggen gemiddeld 14% lager dan het gemiddelde van de prijzen in de ons omringende landen. Voor zowel elektriciteit als aardgas bestaan significante verschillen tussen de gewesten.
  • Algemeen betalen kleine professionele verbruikers minder per kWh dan residentiële verbruikers, en dit zowel voor elektriciteit als aardgas. Dit wordt gedeeltelijk verklaard door het ontbreken van de btw, maar kleine professionele verbruikers betalen in het algemeen ook minder voor de energiecomponent en voor de netwerkcomponent.
  • Voor zowel elektriciteit als aardgas bestaan er grote prijsverschillen tussen de landen. De verschillen zijn echter relatief beperkter voor kleine professionele verbruikers dan voor residentiële verbruikers. Zo betaalt een residentiële klant in Duitsland voor elektriciteit bijna dubbel zoveel als een residentiële klant in Frankrijk. Voor een kleine professionele klant zien we dit verschil verminderen. Voor aardgas betaalt een residentiële klant in Nederland het meest, bijna tweemaal de prijs van een klant in het Verenigd Koninkrijk. Voor een kleine professionele klant zien we dit verschil eveneens verminderen; een Nederlandse kleine professionele klant betaalt bijna een derde meer dan een kleine professionele klant in het Verenigd Koninkrijk.
  • Ten slotte is het opmerkelijk dat een relatief lage elektriciteitskost geen relatief lage kost voor aardgas of omgekeerd impliceert. Het verband lijkt eerder in de omgekeerde richting te gaan (behalve voor het Verenigd Koninkrijk): landen of regio’s met een relatief lage kost voor elektriciteit hebben een relatief hoge kost voor aardgas en omgekeerd.
Download het document (pdf, 1.91 MB)

Datum van goedkeuring

Referentie

Studie F20180628