Samenvatting

In het kader van haar bevoegdheid op het vlak van de eindprijs voor elektriciteit en aardgas stelt de CREG in haar studie (F)2071 de resultaten voor van de jaarlijkse update van haar studie over de componenten van de elektriciteits- en aardgasprijzen. Sinds 2007 volgt de CREG de evolutie van de elektriciteits- en aardgasprijzen aan de eindafnemer.  Naast de evolutie van de zuivere energieprijs, die de markt volgt, zijn er ook de jaarlijkse evoluties van de distributie- en transmissie/transportnetvergoedingen en de heffingen.

Voor elektriciteit is de gemiddelde prijs aan de huishoudelijke klant in België tussen 2007 en 2019 gestegen met 66,41%.  Concreet betekent dit een stijging van gemiddeld 502,76 €/periode in Vlaanderen, 233,83 €/periode in Brussel en 379,53 €/periode in Wallonië voor een gemiddeld verbruik van 3.500 kWh/jaar.  Voor professionele klanten in België is de gemiddelde prijs eveneens gestegen, met 21,15%.

De evoluties vinden voornamelijk hun oorsprong in de volgende componenten: energie, distributienettarieven, openbare heffingen en de energiebelasting & BTW (dit laatste enkel voor huishoudelijke klanten).  Het belang van deze verschillende componenten in de totale wijziging verschilt weliswaar per regio, alsook per typeklant.

In vergelijking met 2018 zien we voor een huishoudelijke klant in België een gemiddelde stijging van 2,99%.  Concreet betekent dit gemiddeld een daling van -16,34 €/periode in Vlaanderen en een stijging van 38,41 €/periode in Brussel en van 59,03 €/periode in Wallonië.  Voor professionele klanten in België is de gemiddelde prijs gedaald, met -2,29%.

Voor aardgas is de gemiddelde prijs aan de huishoudelijke klant in België tussen 2007 en 2019 gestegen met 18,70%.  Dit betekent een stijging van gemiddeld 118,41 €/periode in Vlaanderen, 152,99 €/periode in Brussel en 353,52 €/periode in Wallonië voor een gemiddeld verbruik van 23.260 kWh/jaar.  Voor professionele klanten in België is de gemiddelde prijs gestegen met 0,49%.

De evoluties vinden voornamelijk hun oorsprong in de volgende componenten: distributienettarieven, openbare heffingen en de energiebelasting & BTW (dit laatste enkel voor huishoudelijke klanten).  Het belang van deze verschillende componenten in de totale wijziging verschilt weliswaar per regio, alsook per typeklant.  Tevens stellen we vast dat de procentuele wijziging ten opzichte van 2007 bij aardgas veel kleiner is dan bij elektriciteit.

In vergelijking met 2018 zien we voor een huishoudelijke klant in België een gemiddelde daling van - 6,20%.  Concreet betekent dit een daling van gemiddeld -103,22 €/periode in Vlaanderen, -69,50 €/periode in Brussel en -89,34 €/periode in Wallonië.  Voor professionele klanten in België is de gemiddelde prijs eveneens gedaald, met -14,55%.

Download het document (pdf, 7.92 MB)

Datum van goedkeuring

Referentie

Studie (F)2071